Hiya!

Vanmorgen werden wij rustgevend gewekt door het brandalarm. Nog volledig in slaap kost het ons even moeite om te bedenken wat dit geluid is en wat we er mee moeten. Dan volgt van beneden een kreet die ook even duurt om binnen te komen: ‘There’s no fire, someone burnt their toast!’ Dat scheelt, maar we zijn wel gelijk wakker. Dan maar aankleden en ontbijten, het was toch wel tijd om eruit te gaan.

Beneden legt Katie ons uit dat twee keer je boterham in de toaster stoppen niet alleen resulteert in zwarte toast, maar ook in een brandalarm. En de gast in kwestie vroeg zich nog af of het echt door hem kwam… Na weer een heerlijk ontbijt met avontuur (porridge oats voor ondergetekende) gaan we de auto weer in. Eerste stop is het einde van de weg. Niet omdat het er zo boeiend is, maar omdat we het gezien willen hebben. Het hotel staat in het midden van Portnalong (oftewel dertig huizen langs één weg) maar we zijn nooit verder doorgereden dan het hotel. Tijd om daar verandering in te brengen. Het einde van de weg is Portnalong pier. Voor ons een schitterend uitzicht over Loch Harport en Macleod’s Tables in de verte.

We doen hetzelfde voor Fiskavaig. Het is een klein maar mooi stukje weg met schitterende vergezichten over de baai en het schiereiland Minginish. Hebben we op dit stukje eiland ten minste alle weggetjes gehad. Op naar Struan voor een lekker kopje koffie bij het Bog Myrtle Café. Adresje van vorig jaar, goeie kop koffie tussen de tweedehands boeken. Naast ons spreken de locals hun weekend door, wij zijn vooral aan het genieten van de caffeine.

Als de koffie zijn werk heeft gedaan. rijden we door naar Dunvegan. Het kasteel laten we links liggen, wij rijden door naar Claigan. We vinden een parkeerplek en maken ons op voor een kleine wandeling naar het strand. Coral Beach ligt aan Loch Dunvegan en de wandeling er naar toe is erg mooi met de uitzichten op Duirinish. Het laatste stukje doet Ewout alleen, het is stiekem net iets verder dan gedacht. Het strand is leuk maar niet bijzonder, voordeel is vooral dat het er vrij rustig is.

Na die inspanning is het tijd voor lunch. Ook daar weten we een plekje voor, een klein stukje terug in Kuir Dunvegan. Het is de hele dag al schitterend mooi weer, dus we kunnen zowaar buiten lunchen. Heeft een klein nadeel, na bijna drie kwartier gaan we toch eens checken waar ons eten blijft. De ober kijkt met lichte paniek in de computer en rent dan met iets meer paniek naar de keuken. Jawel, ze waren ons vergeten. We krijgen de belofte dat het over 5 minuten klaar is, en dat we maar de helft hoeven te betalen. Toch best aardig.

Wanneer de lunch verorberd is gaan we de weg weer op, dit keer richting Galltrigill en Milovaig. Waarom? Omdat het kan. En omdat het leuk is. En omdat we het nog niet eerder gedaan hebben. En omdat het vooral niet toeristisch is om te doen. Getuige ook het feit dat sommige locals vrolijk naar ons zwaaien als we langs komen rijden. Via Milovaig rijden we toch ook nog het laatste stukje naar Neist Point. Zo laat in de middag met de zon die al begint te zakken is het een schitterend mooi uitzicht. Wel een stuk toeristischer dan de eerste keer dat we hier kwamen. Inmiddels kun je er bijna een vliegtuig laten landen en tig auto’s parkeren, de eerste keer moesten we flink manouvreren om een tourbus te laten passeren en had je geluk een van de 10 parkeerplekken te hebben.

Ewout besluit om dit keer toch helemaal naar de vuurtoren te lopen, ik moedig hem vanuit een warme auto aan. Daarbij is de stabiele stroom van toeristen, al dan niet in auto’s, die komen en gaan ook een heel schouwspel. Sommigen op sandalen en met korte broek, sommige in winterkleding zo dik dat je je afvraagt hoe die een echte winter overleven.  Als Ewout terug is, is het tijd om hotelwaarts te gaan. Helaas komen we vast te zitten achter een toerist. Te herkennen aan de huurauto met stickers, de hoeveelheid gras en bekanting die de auto raakt en de manier van rijden. De man achter het stuur is de jongste niet meer, kent de lokale regels overduidelijk niet en heeft waarschijnlijk nooit eerder links gereden. Het is niet alleen frustrerend, het is ook nog eens gevaarlijk. Toch hebben we geen andere keuze dan uitzitten. Passeren zit er op dit stuk niet in, zeker niet omdat de man de lokale regels niet in acht neemt. Oftewel, eten wordt een uurtje later.

Gelukkig is het, eenmaal terug in de bar van het hotel, niet zo druk als verwacht. Vrij snel kunnen we aan tafel en weer genieten van al het lekkers op ons bord. Na het eten knuffelen we nog even met Fritz, de hond van Katie en Johnny, voor we richting ons bedje gaan. Wij zullen lekker slapen vannacht. Morgen hebben we een soort van plan, maar ook dat ligt niet echt vast. Oftewel, tot morgen!

Cheers!