Shin sibh!

Gelukkig hebben we deze nacht toch een stuk beter geslapen dan we hadden gedacht. Ook het ontbijt was weer goed, al was de meneer van het hotel duidelijk wat overwerkt. Met onze magen vol hoefden we alleen nog uit te checken om vervolgens de weg weer op te gaan. Het plan van vandaag is om de Wester Ross rond te rijden, een gebied wat we eerder nog links hadden laten liggen vanwege tijdsgebrek.

Zodra we het hotel uit stappen blijkt het te regenen, maar het blijft voorlopig bij miezeren. Het eerste stuk is vooral door de bossen rijden en biedt weinig boeiends. De straten van Beauly zien er op maandagmorgen een stuk gezelliger uit dan gisteravond, maar het is nog steeds weinig soeps. Er is vooral veel lokaal verkeer op de weg, en met de regen is dat vooral vaak mensen voorlaten en goed op de weg letten.

In het hotel was de koffie slapper dan de thee, dus we hopen heel erg dat we iets tegen komen waar we koffie kunnen halen. Het is een redelijk kansloze missie, temeer door het feit dat we geen grote plaatsen meer tegen komen. Elk dorp waar we nog langs rijden heeft de grootte van Stompwijk of nog kleiner.

Even voorbij Loch Garve komen we weer in de woestenij van Schotland terecht. Kale heuvels, overal de mooie paarse heide en het ene na het andere veerooster. Dat is op zichzelf geen probleem, maar veeroosters houden ook in dat je na elke bocht loslopende schapen kunt verwachten. We ronden weer een bergpas en stuiten op Loch Glascarnoch. Beiden herkennen we dit, hetzelfde stuk hebben we in tegengestelde richting gereden vijf jaar geleden. De stuwdam lijkt groter dan we ons herinneren, maar het meer zelf met de bergen erachter zijn nog even mooi. We zijn dan ook niet de enigen die op de parkeerplek stoppen om foto’s te maken van het uitzicht.

Na Loch Glascarnoch splitsen we van de bekende route af en rijden het bergachtige Wester Ross binnen. Er zijn hier behoorlijk hoge bergen, met snelstromende rivieren en schitterende uitzichten. Het weer is nog steeds niet best maar voorlopig is het prima te doen om af en toe even de auto uit te gaan, te genieten van het uitzicht en een foto te maken. Rond het kleine plaatsje Badcaul hebben we een heel mooi uitzicht over de baai, met Ullapool in de verte. Het heeft wat weg van een Noors fjord en ondanks de weer beginnende regen genieten we van het gezicht.

Bij Gruinard Bay hebben we ook nog een mooi uitzicht, daarna wordt de miezerregen langzaam heftige regen. Bij Loch Ewe hebben we helemaal geen uitzicht meer, vanaf daar is het echt stortregen. Samen met de smalle weggetjes en regelmatig opdoemende campers is het vooral op de weg letten en weinig om ons heen kijken. Niet dat er veel te zien valt, hier in de bergen ligt de regen als een dikke deken over het land en alleen af en toe krijgen we een glimp van de bergkammen te zien.

Deze doemen af en toe wel vervaarlijk op uit de mist, maar we kunnen alleen maar bedenken hoe ze er echt uitzien. Na Loch Ewe rijden we langs het grote Loch Maree om vervolgens de ‘single track road’ richting Shieldaig in te slaan. Inmiddels krijgen we wel weer trek en zoeken we naar een supermarkt voor de lunch. In Shieldaig is niets te vinden en om niet volledig uitgehongerd te raken besluiten we de directe weg naar Lochcarron te nemen.

Daar is een Spar gelukkig geopend en ze hebben zelfs heerlijk vers stokbrood. Na een kort bezoek aan het lokale publieke toilet genieten we in de auto van de lunch (het regent nog steeds) met uitzicht over Loch Carron. Blijkbaar kan niets de Schotten tegenhouden, we zien namelijk zelfs een klein zeilbootje de plas overgaan.

Na de lunch gaan we via de andere kant van het loch richting Kyle of Lochalsh waar we de brug naar het eiland Skye zullen nemen, maar niet zonder eerst even via Plockton gereden te hebben. Door de begroeiing doet het meer aan als de Colombiaanse jungle, maar we kunnen nog steeds niet teleportenren en het is toch echt Schotland. Niet veel later zijn we dan toch bij de brug en betreden we wederom het Isle of Skye.

Ons eerste hotel hier ligt een kleine 10 mijl van af dus daar zijn we zo. Eenmaal daar aangekomen blijkt de parkeerplaats verstopt en een stuk lager te liggen dan de weg. Daarbij blijkt het hotel een tourist-trap eerste klas te zijn, al lijkt het bed op de kamer beter dan de voorgaande dagen.

Voor het diner kunnen we reserveren bij het bijbehorende restaurant, maar het menu kan ons niet bekoren, dus besluiten we ons geluk in de bar twee deuren verder te beproeven. Daar blijkt dat deze aan het hotel gekoppeld is, wat betekent dat er dezelfde slechte sfeer hangt en dito eten te verkrijgen is.
Onder het genot van een niet nader te noemen excuus voor appelsap voor mij gaat Ewout op zoek naar een alternatief. Een paar honderd meter verderop is een hotel met bijbehorende pub die op Trip Advisor goed wordt aangeschreven (gelukkig heeft het hotel wel internet). Daar gaan we dus naartoe! Met paraplu en poncho op zak (het miezert immers nog steeds) gaan we op weg.

De pub is in eerste instantie wat leeg, maar als snel stromen de mensen binnen, waaronder het bestuur van de lokale voetbalclub, die aan de tafel naast ons hun bestuursvergadering gaat houden. Eerst verwondert het ons, maar in een land waar kleedkamers al een luxe zijn, laat staan echte clubgebouwen, is het ook weer niet zo vreemd dat ze dit met support van de lokale pub zo oplossen.

Na een veel te grote portie avondeten wordt het weer tijd voor het verslag, wat onder het genot van een drankje en de geluidsoverlast van een flinke groep Duitsers samengesteld wordt. De dag van morgen brengt ons rond het eiland Skye, we hebben geen vastomlijnde plannen en zien waar het weer ons brengt. We duimen dat het ontbijt in ons hotel een beetje te doen is, maar mocht het echt tegen vallen zit de CoOp 100 meter verder. Voor nu welterusten en tot morgen!

Gun a-màireach!