Shin sibh!

In tegenstelling tot wat we hadden bedacht, blijkt acht uur de tijd te zijn dat wij opstaan. Gelijk maar de spullen ingepakt en naar de auto gebracht, we vertrekken vandaag immers naar een nieuw hotel. Vlak voor het ontbijt worden we door een Schot gevraagd of wij ook Schotten zijn. Hij heeft zijn vrouw gisteren laten navigeren en vroeg zich af of wij hem konden helpen met zijn route van vandaag. Schotten zijn we helaas niet, maar met de kaart die we bij ons hebben kunnen we hem wel helpen. Uiteraard staan we daarna een half uur met de man te kletsen over van alles en nog wat. Ervaring leert ons dat je altijd tijd moet maken voor dit soort ontmoetingen, maar na een half uurtje beginnen onze magen te rommelen.

Eenmaal aan de ontbijttafel gezeten krijgen we te horen dat we ook en andere vorm van ei kunnen bestellen dan de geklutste gelei in een van de rechauds. De twee vers gemaakte gebakken eieren gaan er een stuk beter in dan het buffetspul van gisteren. Het scheelt weer ergens iets tussendoor halen. We zeggen onze vriendelijke Schot gedag, betalen onze rekening en wensen onze buren een fijne dag in Pitlochry. Zij gaan naar de Highland Games, die wij vanwege tijdsgebrek links moeten laten liggen.

Het eerste stuk route is dezelfde als gisteravond, al rijden we het nu wel een heel stuk sneller valt ons allebei op. Al rijden we nu maar een klein stukje A9, om vervolgens richting het voorgestelde Devil’s Elbow te gaan. Een bergpas leidend naar een ander skigebied en de bijbehorende uitzichten zijn weer schitterend. We vragen ons beiden af hoe je nog je bed uit komt als je elke dag kunt genieten van dit soort omgeving. Minder spectaculair dan de route van gisteren, maar zeker niet minder mooi. We komen uit bij Braemar, waar we het ‘kasteel’ nog even op de gevoelige plaat vastleggen. Veel meer dan een toren met wat uitstulpingen is het niet, maar we hebben het toch maar mooi gezien. Iets verderop komen we bij Balmoral Castle, wellicht bekend. Het is het zomerverblijf van de koninklijke familie. De zomer is schijnbaar nog niet voorbij voor de familie, want het kasteel is gesloten. Alles is ook omheind dus we krijgen er geen glimp van te zien. Helaas pindakaas, dan de weg maar weer op.

We rijden de mooie route naar het skigebied Lecht vandaag nog een keer, maar nu met blauwe lucht en zonneschijn. Geen straf, het blijft een prachtig mooi stukje weg. Via Tomintoul komen we weer aan in Grantown-on-Spey, waar we de lokale bakker in duiken voor de lunch. Gewapend met sandwich en hete pies zeten we ons even neer op bankje om te genieten van de lokale specialiteiten. Een van de pies bewaren we voor een middagsnack, al is dat best moeilijk met de heerlijke luchten die onze auto vullen. Het blijft mooi weer en we genieten van de weg voor ons en ergeren ons tegelijkertijd aan alle langzame auto’s voor ons. We zijn weer binnen een paar dagen vervallen tot locals, met de bijbehorende frustraties. Ergens tussen Grantown-on-Spey en Nairn doemt een bekende auto op aan de andere kant van de weg. Nog geen twee seconden later duikt er een donkerrode Corvette op, gevolgd door nog meer veel te dure auto’s met veel te ruime snelheden. Het is de groep die op de boot naast ons stonden op het autodeck. Die zijn hier duidelijk om van de open wegen te genieten.

De weg voert verder omhoog en weer wat naar beneden tot aan het kustplaatsje Nairn. Niet heel spannend maar wel grappig om doorheen te rijden. Een kronkelige en smalle B-weg brengt ons tot aan Culloden. We stoppen bij de Battlefield of Culloden, de plek waar de Schotten bruut zijn neergeslagen door de Engelse roodrokken. Het is een imposant stuk veld, met mooie herinneringsstenen en typische begroeiing. Zeker de moeite waard om even overheen te dwalen. Je kunt je inbeelden dat, alhoewel het een korte strijd was, het zeker geen gemakkelijke veldslag was. Op de parkeerplaats genieten we van onze laatste pie, voordat we de weg weer op gaan richting Inverness.

Sneller dan verwacht zitten we in de stad, wat even tot verwarring en een verkeerde afslag leidt. Maar dat houdt ons niet tegen, binnen een paar minuten zitten we weer op de goede weg. We slapen de komende twee nachten in Drumnadrochit, aan Loch Ness. Zodra we Inverness uitrijden duidt alles er op dat hier het hele leven om toeristen draait. Wij houden er niet zo van, en blijven er liever ver van weg.

Drumnadrochit blijkt dichterbij dan gedacht en we rijden ons hotel vrij snel voorbij. Direct aan Loch Ness, net voorbij ons hotel ligt Urquhart Castle, waar we nog even een kijkje willen nemen. Ook dit blijkt een val voor toeristen te zijn, je komt niet bij het kasteel zonder eerst 8,50 per persoon te betalen (in ponden uiteraard)! Voor een ruine waar niet veel van over is, behalve een mooi uitzicht over het meer, vinden wij dat een beetje veel. We maken wel nog even wat foto’s vanaf de weg, en keren daarna terug naar het dorp.

In het boekje met reisbeschrijvingen van onze reis heb ik nog iets zien staan in het dorp. Het blijkt niet in het dorp, maar aan een doodlopende weg ergens in de heuvels te zijn. Een smal kronkelweggetje omhoog, gelukkig komen we alleen fietsers en wandelaars tegen tot aan de parkeerplaats. Vanaf daar is het nog 300 meter over een geitenpaadje naar beneden, maar daar worden we getrakteerd op een hele mooie waterval.

Tijd om er van te genieten hebben we in eerste instantie niet, een loslopende hond komt ons blij blaffend begroeten. Na de eerste schrik van de blaffende hond in het midden van niks, checken we eerst of de hond ook een eigenaar heeft. Die blijkt er iets achter te lopen, en had ons niet verwacht want ze maakt de hond gelijk weer vast als ze onze geschrokken gezichten ziet. Dat was ook niet helemaal nodig, maar de hond is zo enthousiast dat we het ook wel weer begrijpen.

Nadat we de waterval even bewonderd en gefotografeerd te hebben, klimmen we het pad weer terug omhoog. We vinden het welletjes geweest voor vandaag en keren terug naar het hotel. We checken in, dumpen onze spullen in de kamer en gaan eten in het bijbehorende restaurant. Alhoewel zelfs het hotel vreselijk toeristisch is, is het eten goed en de sfeer ok. De route voor morgen is ook gepland dus ons rest niets meer dan lekker te gaan slapen en morgen weer een dijk van een verslag af te leveren.

Gun-a-maireach!