Shin sibh!

Eindelijk was het zo ver! Niet alleen hebben we vakantie, maar eindelijk is de dag dat we naar ons tweede thuis gaan, Schotland! Na alle te doen- en inpaklijstjes te hebben afgewerkt, zaten we vanmorgen om 10 uur klaar om weg te gaan. De boot ging pas om half 6 en eerder dan half 4 hoeven we niet in te checken dus dan nog maar even nutteloos tv kijken. “Zullen we dan maar eerder weg gaan en dan binnendoor rijden?” je raadt het al, wij zijn niet zo van het wachten.

Nog even het laatste afval wegbrengen, de kat bij mijn ouders eten geven en de sleutels afgeven aan onze kat/huissitter en nu dan toch echt de weg op! Stiekem was het, geholpen door het slechte weer, nog best druk op de weg en tegen kwart over 3 begint ondergetekende een milde vorm van stress te ondervinden. We moeten nog iets lunchen, er moet nog getankt worden en waar zijn we in godsnaam?! Een afslag later was daar de grote gele M, de lunch was geregeld. Om de hoek een tankstation en “schat we zijn tien minuten bij de haven vandaan!” Ja weet ik veel, ik was meer op de klok aan het letten dan op de weg.

Havenhoofden van IJmuidenKeurig om 4 uur sluiten we aan in de rij voor de ferryterminal. Nog geen 10 minuten later staan we in de rij voor de boot. Stress weg, laat het wachten maar beginnen. Binnen een kwartier weet je ineens hoe slecht de mens is in wachten. Dralende mannen die maar eens gaan kijken waarom het allemaal zo lang duurt, klagende mensen aan de telefoon dat ‘wij maar niet rijden en iedereen om ons heen de boot al op mag!’. Rustig aan, het is niet alsof de boot zonder je vertrekt. Zo blijkt ook uit het feit dat wij, starende vanaf het dek op de boot, nog een auto aan zien komen om kwart over 5 en die mag ook nog gewoon mee.

Ondertussen op het dek nog de auto uit geholpen door een vriendelijke medewerker van DFDS, maar dat was niet omdat ik nou zo lief lachte, meer omdat hij zeer bezorgd was om de Corvette naast ons. Snel van dat autodek af en naar onze hut met al onze spullen. Shit! Het avondeten ligt nog in het dashboardkastje! Snel nog even terug nu het nog mag, en onze spullen dumpen in de hut. Het weer is nog prima dus we blijven nog even aan dek zitten.

Zodra we het te koud krijgen gaan we een drankje doen in de pub. Na ons avondeten in de hut – een stokbroodje gegrilde kip met bacon en monchou – rouleren we tussen de pub en het dek. Helaas bestaat het avondprogramma in de pub uit een ‘troubadour’, maar in onze ogen is het meer een meelijwekkende jongen die niet echt heel goed zingt en blijkbaar ook niet helemaal weet hoe je een gitaar moet stemmen. De nummers zijn ook net iets te depressief voor de omgeving. Op het moment dat de beste gozer ‘Het kleine café aan de haven’ in het Engels inzet, zijn we blij dat het geen boot naar Spanje is, en je hier niet veel Paella-Nederlanders zult tegen komen.

Inmiddels is het tijd geworden om naar bed te gaan, wat nog een uitdaging wordt met het uitklapbed en het kleine kamertje. Gelukkig is het maar een korte nacht en zijn we morgenochtend bijna op de plaats van bestemming. Lekker slapen en zodra we morgen wakker worden is er land in zicht! Tot morgen!

Gun a-màireach!