Dag 11

Hiya!

Na het ontbijt konden we de sleutel bij onze serveerder achterlaten. We hadden onze diners en drankjes de avond ervoor al afgerekend, en alle spullen stonden alweer in de auto. Als eerste gingen we naar Aviemore voor een kop koffie en een bezoekje aan de lokale whisky-winkel. Deze bleek echter alleen een obscure lokale malt te verkopen, en dat was volgens onze herbergier niet de beste. Dus voorzien van cafeïne door naar Carrbridge omdat ik zeker wist dat daar een tankstation was.

Het kostte wat gekloot met pasjes, maar uiteindelijk was de benzine dan afgerekend en konden we door naar Grantown-on-Spey om daar wederom lunch te halen. Gezien het nog wat vroeg was werd dat meeneemlunch. Vanaf The Highland Bakery gingen we via Tomintoul en het skicentrum van Lecht naar de River Dee. Deze volgden we een klein stukje om vervolgens in Tarland een korte sanitaire stop te maken. Een rust- en lunchpauze verder kwamen we toch wel in de buurt van Inverurie, dus werd na een kleine omweg het adres van het hotel ingevoerd in de navigatie. Dit bleek uiteindelijk in Kemnay te liggen, dus de River Don werd voor de derde keer in één dag overgestoken, maar we waren er. Heel erg vroeg.

Gelukkig scheen het zonnetje en konden we lekker buiten zitten. Een paar drankjes en avondeten verder waren we druk bezig met de planning voor de komende tijd, en de vakantie van volgend jaar (we zijn immers bijna weer terug). Om een uur of half elf werden we de bar uitgezet en gingen we richting de kamer.

Dag 12

Het ontbijt was prima, en met een volle maag gingen we richting de oostkust. Het doel was vandaar om via de noord-oostkust van Aberdeenshire naar Lossiemouth te rijden voor wat te lunchen, en daarna af te zakken naar Knockando voor de laatst werkende regionale weaving mill van Schotland. Het tempo lag niet heel hoog, dus het duurde even voordat we in Peterhead aankwamen. De uitstraling heeft wat weg van de slechtere havenbuurten van Rotterdam, en werd niet geholpen door de eentonige kleur van de bebouwing.

We gingen dan ook snel verder richting Fraserburgh, alwaar het museum van de Schotse vuurtorens met de familiegeschiedenis van de Stevensons te vinden is. Deze familie heeft maar liefst 80 van de 104 Schotse vuurtorens ontworpen/gebouwd. Dit museum is uiteraard gesitueerd bij een door de familie Stevenson ontworpen vuurtoren: de Kinneard Head-vuurtoren. Opvallend detail aan deze (inmiddels inactieve) vuurtoren is het feit dat deze in/op een kasteeltoren is gebouwd.

Vanaf Kinneard Head gingen we binnendoor richting Banff en Portsoy, alwaar we besloten dat én lunchen in Lossiemouth én naar de weverij gaan niet haalbaar was. We besloten dus om te kijken of we in Cullen nog wat aan take away konden vinden, maar al snel besloten we om maar richting de weverij te gaan, waar als het goed is een café bij was.

De weverij in Knockando bestaat al sinds 1748 en is recentelijk gerestaureerd na in verval te zijn geraakt. Ietwat gemoderniseerd is de weverij weer operationeel, en het was erg interessant om de machines te zien die de mooie tartans weven. Het café was wat karig qua lunchmogelijkheden, maar zoveel trek hadden we toch niet, dus de erg lekkere cake was meer dan voldoende.

Vanuit het midden in de Speyside gelegen Knockando reden we via een aantal distilleerderijen (en vergezeld van een paar kubieke meter regenwater) naar een whiskywinkel in Huntly, waar we vriendelijk werden geholpen. Ik ging uiteindelijk met een single cask fles Bunnahabhain naar huis, en Chantal met de gin die haar door Katie was aangesmeerd. Via een toeristische route rondom Bennachie gingen we terug naar het hotel.

Daar aangekomen was het alweer tijd voor het avondeten, en ondertussen bepalen wat we morgen gaan doen. Op het moment van schrijven waren we daar helaas nog niet uit, maar de uitkomst verschijnt vanzelf op deze plek. Nu nog hopen dat de lokale jongeren niet te lang doorgaan met hun vrijdagavondfeestje.

Haste ye back!