Hiya!
Dat was best vroeg vanochtend. Om half 8 gaat de wekker en exact een half uur later zitten we, auto ingepakt en al, aan het ontbijt. We zijn de eersten en ook de ober lijkt nog niet helemaal wakker. Of hij is van nature zo chagrijnig, dat weten we niet zeker. Na een redelijk ontbijt stappen we de auto in en rijden een stukje terug in de richting van waar we gekomen waren. Op dit moment is het redelijk zonnig en waait het niet al te hard. Het lijkt er op dat de trip dit jaar moet gaan lukken.
Bij Keoldale parkeren we de auto aan de waterkant, pakken onze rugtas in en lopen het korte stukje naar de boothelling. We zijn niet de eersten, maar het is maar een handjevol mensen wat er staat te wachten. Niet veel later zien we in de verte de veerman in bootje onze kant op komen. Hij legt de boot aan en gaat andere dingen doen. Dan blijkt dat de volgende ferry pas om 10 uur vertrekt. Over 50 minuten dus… Dan maar even neerploffen op een steen. We kletsen wat met de andere mensen tot Stuart ons begroet.
De chauffeur van de minibus roept ons op om mee te lopen naar de boot. Op het moment dat we bij de boot aankomen, stapt de veerman in z’n busje en rijdt weg. Ook de buschauffeur is even verbaasd. Blijkbaar gaat de veerman eerst thee halen en zet hij ons daarna pas over de Kyle of Durness. Meteen steekt de buschauffeur van wal met wat verhalen om ons bezig te houden tot de veerman terug is.
Zo gezellig en grappenmakend de buschauffer is, zo is de veerman het tegenovergestelde. Er komt maar een half woord uit en achteraf blijkt Stuart zelf ook geen fan. Na een paar minuten zijn we aan de overkant en kunnen we een behoorlijk gammel busje in. Ze zouden dit busje denk ik zelfs in Afrika afkeuren, maar ok. Dan begint een uur van gehobbel, geschud, geschiedenis en geklaag. We krijgen les in de historie van de kaap, en inzicht in de avonturen van Stuart op Tinder. Gemixt met wat geklaag over de gemeente en hedendaagse ‘softies’ en het uur hobbelen is snel voorbij.
Eindelijk krijgen we zicht op de vuurtoren en zijn we daadwerkelijk aangkomen; Cape Wrath, het meest noordwestelijke puntje van het Britse vasteland. Vorig jaar konden we niet over door enorm harde wind, nu staan we met een heerlijk zonnetje in de rug op de kaap. We zijn blij weer even overeind te kunnen staan na de uitvoerige massage van de bus, en krijgen een klein uurtje om rond te wandelen voor we weer terug gaan. Wij beginnen met koffie in het café, geserveerd door een van de twee mensen die hier ‘wonen’. De vuurtoren is geautomatiseerd, maar ze beheren het land er omheen. Het grootste gedeelte van de kaap is militair oefenterrein, behalve het stukje rond de vuurtoren.
Na de koffie beginnen we aan de wandeling. We hebben hier schitterende uitzichten over de headlands aan beide kanten en wagen ons er zelfs aan om onder de misthoorn door te lopen met een behoorlijk diepe en steile afgrond naast ons. De tijd die we hebben is eigenlijk zo voorbij, maar veel meer dan dit is er ook niet te zien. Alles bij elkaar is het een prima trip. Op de terugweg hebben we chauffeur Andy; wat minder spraakzaam, maar hij heeft wel een comfortabelere bus. Halverwege stoppen we nog voor het uitzichtpunt over de Kearvaig stacks. Zoals altijd is de terugweg korter en voor we het weten stappen we de boot weer in en staan we weer bij onze auto. Wel met een grijns van oor tot oor, want dit was een geweldige trip.
We rijden terug naar Balnakeil voor nog een verplichting: warme chocomel bij Cocoa Mountain. De chocolaatjes nemen we mee voor later, maar de chocomel is weer heerlijk. Dan is het inmiddels tijd geworden voor lunch. In deze contreien is niet heel veel, dus we proberen de Spar een straat verder. Er zit alleen niet echt iets tussen, dus ik stel voor om anders langs de burger-van te rijden bij de pier van Keoldale. Oftewel weer terug. Het is wel een goede beslissing, want met allebei een burger en een gedeelde patat eten we onze buikjes rond, voorday we met een omweg richting ons hotel vertrekken.
De omweg leidt ons door Glen Hope en dus langs Ben Hope. Vorig jaar reden we dit in omgekeerde richting, met enorm pokkeweer en een auto die een stuk lager lag. Nu is het redelijk goed weer, laten we Ben Hope al snel achter ons en kan onze hoge auto deze weg een stuk beter aan. Nog even stoppen bij de Dun Dornaigil Broch, niet alleen een mooie ruïne, maar ook een mooi uitzicht over de glen.
Dan zijn we het eingelijk wel zat en rijden we door naar het hotel. Een beetje relaxen voor we gaan eten en dan een beetje op tijd naar bed. Het was een vermoeiende dag en het vroege opstaan heeft er ook wel een beetje ingehakt. Morgen weer een ferry, wel een iets grotere dan vandaag. Laten we hopen dat de resten van de tropische storm/orkaan niet te veel roet in het eten komt gooien.
Cheers!
11 september 2019 at 10:30
Mooi dat de trip dit jaar is gelukt, weer iets om af te strepen. Idd hopen dat het weer een beetje goed blijft.
Op naar het volgende punt.