Dia dhuit!

Na een lekkere lange nacht slaap besloten we vandaag op de heenweg een bus te nemen, dus na enig uitzoekwerk hadden we een opstaphalte, uitstaphalte en ritprijs gevonden. Voor we de bus in konden, moest er nog wel een ontbijt genuttigd worden. Omdat het hotel ons qua prijs-kwaliteitsverhouding waarschijnlijk zou teleurstellen besloten we dit buiten de deur te zoeken. Bij Ann’s Bakery konden we voor een redelijk bedrag een prima ontbijt nuttigen, al moet gezegd worden dat de Schotse black pudding toch meer in de smaak valt. Wellicht morgen beter.

Met een gevulde maag gingen we richting de bushalte, maar niet voordat we een flesje drinken gekocht hadden. Dit was noodzakelijk om de juiste hoeveelheid kleingeld te krijgen die we voor de bus nodig hadden. Wachtend bij de bushalte werd ondergetekende erop geattendeerd om haar tas niet achter haar lichaam te laten hangen, zo zou het zakkenrollers te makkelijk gemaakt worden, aldus een vriendelijke oudere man.

Eenmaal in de bus kwamen we vrij vlot aan bij onze bestemming: de oude Guinness-brouwerij. Hoewel de oude brouwerij en de storehouse er erg imposant uit zagen, besloten we de attractie toch links te laten liggen. De prijs vonden we wat aan de hoge kant voor een veredeld museum, dus liepen we nog wat door tussen de oude panden van de brouwerij.

Vervolgens gingen we op weg richting Saint Patrick’s Cathedral. Onderweg werden we door de verkoper van de lokale Vape-shop erop geattendeerd dat we onze camera wat beter vast moesten binden, men zou hem anders zonder pardon uit onze handen rukken. Dit gaf ons, in combinatie met de af en toe wat vervallen straten, een ietwat ongemakkelijk gevoel.

Een paar straten later vonden we dan eindelijk de kathedraal. Een mooi en imposant bouwwerk met een mooi bijbehorend park. Dit werd door locals goed gebruikt om uit te rusten of met de hond te wandelen. Wat wij naar goed gebruik volgden, om ook even te rusten. Na nog een paar foto’s gingen we verder richting Christ Church Cathedral, waar we een barista op de fiets tegenkwamen. Daar hadden we in Liberec al goede ervaringen mee opgedaan, dus besloten we van deze dienst gebruik te maken.
Met een kop koffie achter onze kiezen liepen we verder naar Dublin Castle: een eclectisch geheel van verschillende bouwstijlen, maar leuk om even doorheen te wandelen. Vanaf daar gingen we verder richting de oude stadsmuur. Deze bleek echter niet toegankelijk, al lieten een paar lokale hangjongeren zich daar niet door tegenhouden.

Inmiddels hadden we al best wat trek gekregen, dus na enig beraad besloten we bij de oudste pub van Ierland wat te lunchen. De pub was erg gezellig, maar ook duidelijk een toeristische trekpleister, iets wat de uitbater niet altijd helemaal kon waarderen. Het eten was verder erg lekker, dus met een volle maag en een geleegde blaas gingen we weer verder.

De volgende halte was Temple Bar, het uitgaansdistrict van Dublin. Qua aankleding een erg gezellige buurt, maar overduidelijk een tourist trap, en dan met name voor hen die liever horizontaal terug naar het hotel/hostel gaan. Het wordt langzamerhand ook steeds drukker op straat en na een bezoek aan het standbeeld van Molly Malone (quizvraag voor vandaag: wat was haar beroep?) lopen we nog wat ongeïnteresseerd door de veel te drukke winkelstraat.

We duiken een boekwinkel in om een Iers kookboek op de kop te tikken, en meteen maar bij het inpandige café een kop koffie te halen. Tijdens de koffie besluiten we dat Dublin nog niet gebracht heeft wat we er van verwachten; de stad kent overduidelijk twee gezichten, en geen van beiden heeft ons nog echt kunnen bekoren. Of dit alleen aan de immense drukte ligt weten we niet, maar de afwisseling tussen bezienswaardigheid en achterbuurt draagt ook niet bij aan het beeld. De vraag rijst dus wat we morgen gaan doen. Weer een dag door de stad sjouwen zien we niet zitten.

Dus eerst terug naar het hotel, meeliftend op de gigantische mensenmassa. Het lijkt erop alsof heel Ierland heeft besloten naar de hoofdstad te komen voor de uitverkoop na kerst, zelfs Koningsdag in Amsterdam lijkt er doods bij.

In het hotel gaan we even op zoek naar een dagbesteding voor morgen, maar zodra deze is gevonden gaan we weer op pad, op zoek naar wat eetbaars. Dit vinden we in The Oval, een bar/pub die na de Paasopstand van 1916 gerestaureerd is en prima eten serveert. Het blijft echter bij prima eten en al snel ebt de gezelligheid weg, met z’n tweeën is het toch lastig een verder lege verdieping te amuseren.

Dus op naar een andere pub. Deze vinden we in zijstraat vlak bij ons hotel, en het blijkt naar onze gading te zijn: lokale mensen en (bijna) geen toeristen. We sluiten de dag dus toch nog goed af met een paar pinten Guinness of kopjes thee en wat gesprekken met de stamgasten over de drukte in de stad, zelfs voor hun lijkt het te veel.

Morgen gaan we ons vermaak buiten Dublin zoeken, maar we hebben in ieder geval een gezellige pub gevonden om de avond in af te sluiten.

Go dtí amárach!