Shin Sibh!

Het laatste reisverslag van deze reis. Vanaf de boot, blijkbaar hebben we tegenwoordig op de ferry gewoon een Wifi-verbinding. Update, toch vanaf huis, de wifi-verbinding blokkeert onze reisverslagen-pagina.
Voor de laatste keer worden we (lees ik, en Ewout bij proxy dan ook) iets te vroeg wakker in een hotelkamer. Terwijl Ewout nog een poging douchen doet (badkamers en toiletten kunnen ze hier echt niet aanleggen!) pak ik voor de laatste keer de koffer in. Slim als we zijn, bombarderen we de rugzak als ‘laatste-nachttas’ dat scheelt sjouwen op de boot.

Rustig lopen we naar de overkant van de straat voor ons ontbijt. Het hotel waar we zitten heeft zelf geen faciliteiten, en heeft het op een akkoordje gegooid met de Inn aan de overkant. En met rustig bedoel ik ook echt rustig, vooral bij mij zijn alle gewrichten stijf en alles doet zeer. De serveersters in het restaurant valt het ook op en even blijven we kletsen en vertellen over ons avontuur met de auto. Het zijn toevallig dezelfde dames als de avond dat we hier aten, dus zij zijn ook blij voor ons dat alles goed gekomen is. Aan de kwaliteit van het eten valt te merken dat de meeste tourbussen al vertrokken zijn, maar het helpt ook dat we überhaupt weer etenslust hebben.

Met een volle maag checken we uit, laden we de auto in en doen we een poging Edinburgh uit te komen. Laten we zeggen dat de bewegwijzering hier nogal wat te wensen over laat. Gelukkig heeft een brutaal mens de halve wereld, en met een beetje geluk en aardige medeweggebruikers zijn we toch nog snel de stad uit.

De bedoeling is om de route die we vijf jaar geleden heen namen, nu terug te nemen. De eerste poging om een toeristisch route te nemen strandt jammerlijk dankzij een lokale hardloopwedstrijd. Bij poging twee rijden we gewoon dwars door een triatlon, hier hebben ze niet eens de moeite genomen de weg af te zetten.

Wel bezoeken we Berwick-upon-Tweed nog even, vooral voor koffie, maar het is ook wel een aardig plaatsje. Zo ongeveer het eerste plaatsje na de grens meet Engeland, oftewel we zijn Schotland nu echt uit. Aan het einde van het dorpje zetten we de bruggen over de Tweed nog op de foto, maar nu vanuit stilstand in plaats van rijdend in de auto.

Verderop proberen we nog een keer om de toeristenroute te pakken maar ook hier staat een bord ‘diversion’. We geven het op, we zijn eigenlijk ook te moe om nog veel moeite te doen. De stress van de afgelopen dagen heeft er te veel ingehakt en we zijn allebei op. Het besluit valt om door te rijden richting Newcastle en daar nog een supermarkt te zoeken voor de boodschappen voor thuis.

Ook op de terugweg zullen we wat moeten eten op de boot, en uiteraard zijn er wat producten die we mee naar huis willen nemen. Het rijdt vlot door en net buiten Newcastle vinden we de Asda. We struinen een uurtje door de supermarkt en gaan met een beschaafde tas naar huis. Avondeten is ook binnen, daar hoeven we ons geen zorgen meer over te maken. Lunch wordt gescoord bij de grote gele M, we hebben geen puf om nog wat anders te zoeken. Hamburger nog in de hand rijden we de paspoortcontrole door bij de ferry, en dan wachten we rustig tot we de boot op mogen.

Het is schitterend weer dus wachten is geen straf. Toch mogen we sneller dan verwacht de boot op. We zijn voorbereid dus het kost weinig tijd om de spullen te pakken en bij onze hut te komen. Binnen beseffen we ons weer hoe klein die hutjes eigenlijk zijn. We stallen de meeste spullen en gaan naar het dek. Zeker met dit mooie weer sta je buiten toch het lekkerst. Als we op open zee zijn gaan we even een drankje doen, struinen wat over de boot en bezoeken de shop. Veel is er niet te doen op de ferry, dus na het eten in de hut eindigen we weer in de ‘pub’.

Helaas is onze vriend de ‘troubadour’ ook weer aanwezig op de boot, en z’n zang is nog niet verbeterd. Na een nummer of twee worden we beiden licht homicidaal, maar het is wel entertainment. Technisch gezien noem je dit leedvermaak, als wij het maar naar ons zin hebben. Lenny Kuhr zat er niet helemaal naast, blij worden we er niet van, melancholiek wel. Het houdt ons in ieder geval wakker tot een wat schappelijkere bedtijd dan half 10.

De terugreis is wel iets heftiger dan de heenreis, er staat veel wind en het schip deint aardig heen en weer. Nog een reden om in de ‘pub’ te blijven, op die manier is het minder lastig om even naar buiten te gaan en het licht misselijke gevoel af te weren. Maar toch, alles beter dan de ferry niet halen, we zijn allebei heel erg blij dat alles goed gekomen is.

Morgen alleen nog maar een klein stukje naar huis en dan kan het grote opruimen en uitzoeken beginnen. Het was voor het eerst dat we terug zijn gegaan op een reis die we al gedaan hadden, maar het is niet tegen gevallen. Nu hebben we allebei ons hart verloren aan Schotland, dus het had nooit kunnen tegenvallen. Wel gaan we er voor zorgen dat de volgende keer niet weer pas over 5 jaar is.

Het land trekt ons, de schoonheid van de natuur, de vriendelijke bewoners, het goede eten, het is bijna te veel om op te noemen. Het is misschien te vangen in de woorden van een oud Schots liedje; “Caledonia you’re calling me, and now I’m going home.”

Gus am bi sinn a ‘coinneachadh a-rithist an Alba!