Shin sibh!

Dat we niet goed zouden slapen hadden we wel verwacht, maar dat het ontbijt zo goed te eten zou zijn dan weer niet. We hebben wonder boven wonder goed gegeten en gaan met volle magen de auto in. Vandaag voert de route naar het volgende hotel in Oban, waar we uiteraard met een creatieve route naar toe gaan rijden. Eerst maar eens de brug over, om weer op het ‘vasteland’ terecht te komen.

Waar we er de vorige keer keihard aan voorbij reden, zijn we nu gestopt bij een van de bekendste kastelen van Schotland, Eilean Donan Castle. Extra voordeel voor ons, bij een van de uitkijkposten is een klein koffiebarretje, waar ze echte koffie verkopen. Gevoed door caffeine draaien we het parkeerterrein van het kasteel op om mooie foto’s te maken. Ook hier weer tourbussen vol toeristen, dus we blijven er niet lang. Wij zijn geen mensen om een kasteel helemaal te bezoeken.

Omdat we deze reis besloten hebben de tijd te nemen voor mooie dingen, stoppen we bij een uitkijkpunt over Loch Garry. Er is geen mens in de buurt en zo te zien wonen er in dit stuk ook echt geen mensen. Even stoppen zorgt er ook voor dat we de tanker die voor ons reed even kwijt zijn en we een beetje door kunnen rijden.

Ik heb het stuk weg naar Fort William niet helemaal meegemaakt, de slaap begint me in te halen. Als ik Ewout mag geloven, heb ik er weinig aan gemist, hij heeft vooral vastgezeten achter een vervelende Oostenrijker. Vlak bij Fort William wordt het duidelijk drukker op de weg, voornamelijk omdat we bij een redelijke stad komen en omdat hier een kruispunt van wegen ligt. Het eerste zorgt er wel voor dat wij weer bij een grote supermarkt kunnen tanken, plassen en lunch halen. We hebben geleerd van de vorige dagen en switchen ons patroon voor lunch.

Fort William is ook het beginpunt voor alles wat met de Ben Nevis te maken heeft. De hoogste berg van Schotland heeft nogal wat aantrekkingskracht op toeristen, maar voor ons blijft hij vandaag in nevelen gehuld. Het weer is op zich prima, maar de wolken blijven op de bergen goed hangen. Na alle stops gaan we een klein stukje terug richting Skye, zodat we langs Glenfinnan kunnen rijden.

Vraag van de dag, we bezoeken hier een spoorwegviaduct, waar is dit viaduct vooral bekend van (*antwoord aan het eind van het verslag)? Het is een kleine steile klim om bij het uitkijkpunt over het viaduct te kijken, maar we voelen allebei dat Storr er behoorlijk heeft ingehakt. Het uitzicht is er niet minder mooi om, dat blijft prachtig. Nadat we ook nog langs het monument zijn gelopen, stappen we de auto in om een plekje voor de lunch te vinden. Met uitzicht op Loch Eilt doen we ons te goed aan lunch en genieten even van de rust en stilte om ons heen.

De route die volgt is vooral heel veel single track road met mooie uitzichten. Boven aan een berg stoppen we nog even om een typisch alpenplaatje te aanschouwen. We zien bijna Maria uit The Sound of Music al zingend voorbij huppelen. Het mooie zonnetje helpt daar ook aan mee, maar het is gek om zo’n beeld in Schotland tegen te komen. Tot aan de pont bij Corran is het een mooie diverse route met van alles wat. De pont brengt ons naar Onich, en met deze wind is het een hobbelig maar extreem snel stukje.

Omdat het nog vroeg is besluiten we de lange route te nemen naar Oban, die ons door pas van Glen Coe leidt. En wat een route is het! Hoge bergkammen, met diepe dalen er tussen en schitterend mooie uitzichten op de bergen overal. Op dit soort momenten zijn we blij dat we een glazen dak in onze auto hebben. Als je bij elk punt zou willen stoppen, kun je met gemak een paar uur doen over dit stuk weg. Bij Bridge of Orchy steken we een stukje af over een smal weggetje door niemandsland, wat ons op een hele mooie waterval doet stuiten. We komen op dit stuk bijna niemand tegen, wat zo’n ontdekking alleen maar mooier maakt.

Het is inmiddels tegen het einde van de middag en het laatste stuk zijn we allebei redelijk moe. Als we eindelijk Oban binnenrijden is het er onverwachts druk en warm. Veel mensen doen en wandelingetje rond de haven en genieten van de warme nazomerdag. We checken in bij ons hotel en parkeren onze spullen op de kamer. De zon staat vol op deze kant en het is bloedheet in de toch best ruime kamer. Niet veel later komen we erachter dat de kraan in het bad behoorlijk lekt. In plaats van het te proberen te maken, besluit de manager ons te verhuizen naar een andere kamer. Het is wellicht ietsje kleiner, maar wel aan de schaduwkant en het is er aanzienlijk beter qua temperatuur. Stiekem vinden we het helemaal niet erg dat we moeten verplaatsen.

Buiten hebben we even discussie over waar we gaan eten, om uiteindelijk naar de pub achter het hotel te gaan. Daar blijken ze geen avondeten te serveren, maar we worden door de barman wel doorgestuurd naar een pub daar weer achter. Van buiten lijkt het niets bijzonders, maar van binnen is het duidelijk een hele oude pub. Het is er niet druk maar wel gezellig en het eten is er weer fantastisch. Zometeen nog een drankje en dan gaan we hopelijk lekker slapen. Morgen weer een nieuwe dag en die gaan we beleven op het zuidelijkste puntje Schotland waar we tot nu toe geweest zijn. Het belooft een mooie route te worden naar Mull of Kintyre (Ja, die van dat liedje). Voor nu alvast welterusten en tot morgen!

Gun a-màireach!

*De Harry Potter films, de Zweinstein Express reed in de films over dit viaduct.