Shin sibh!

Zo prima als het eten gisteren was in het hotel, zo slecht is de kamer. In vergelijking met het eerste hotel is de kamer klein, het bed is klein en vreselijk gammel. We hebben allebei slecht geslapen en ik was zelfs al om half 7 wakker en kon niet meer in slaap komen. Dan maar op tijd douchen en snel gaan ontbijten. Daar valt dan weer niets op aan te merken, het wordt vers gemaakt door de kok en komt dampend bij ons aan. Zelfs de toast is nog warm als het geserveerd wordt.

Dankzij het slechte slapen zitten we al om kwart voor 9 weer op de weg naar Inverness. Niet om de stad te bezoeken, maar om te checken of een bepaalde winkel open is, en om goedkoop te tanken bij de Tesco. De specifieke winkel blijkt dicht, niet heel raar op zondagochtend om 9 uur, maar de Tesco is hier 24 uur per dag, 7 dagen per week open dus het tanken is geen probleem.

De planning vandaag is om de route langs de kust naar Thurso te rijden. Dit stuk hebben we vijf jaar geleden ook gereden, maar toen was het zo mistig dat we amper voor de auto uit konden kijken. Dit is poging twee en tot onze vreugde is het goed weer als we vertrekken uit Inverness. Aan de overkant van het water komen we vast te zitten achter een tractor, wat duidelijk niet alleen ons, maar ook de locals voor en achter ons irriteert. De chauffeur heeft meerdere mogelijkheden om even te stoppen op een parkeerplaats, maar doet dat tot grote frustratie niet. Als hij dan eindelijk afslaat komen veel locals ons met een noodvaart voorbij.

Het eerste stuk tot aan Godspie is redelijk saai, en zorgt er dan ook voor dat ik even in slaap val. Het helpt in ieder geval wel om de ergste moeheid er vanaf te halen. Vanaf Godspie wordt het een stuk interessanter en rijden we heel dicht langs de kust. Door de vele kronkelige weggetjes omhoog en naar beneden krijgen we regelmatig een heel mooi uitzicht over het stuk land voor ons. Even worden we opgehouden door een langzaam ouder echtpaar uit Oostenrijk, maar ineens zien we een hand uit het dak gebaren dat we er voorbij kunnen. Niet helemaal zoals het hier gebruikelijk is, maar we kunnen weer doorrijden op ons eigen tempo.

We ontdekken ook dat het in het noorden normaal blijkt om buiten het dorp, tegen een nietszeggende heuvel ineens de begraafplaats te hebben. We komen er bij bijna elk dorp wel een tegen. Het enige wat we wel hebben meegemaakt op dit stuk vijf jaar geleden, is dat we een klein nietszeggend dorp in gereden zijn op zoek naar een toilet. Lybster was toen het dichtstbijzijnde ‘dorp’ en we hadden daar een leuke ervaring met een lokale uitbaatster van een koffiezaakje. We rijden er nu toch langs dus besluiten te kijken of het zaakje er nog zit. Het blijft helaas onduidelijk, er staat nog wel café op de deur, maar of het normaal nog open is, lijkt ons gezien het uiterlijk erg sterk. Helaas gaat deze herbeleving aan ons voorbij.

Een klein stukje terug slaan we een nietszeggende C-weg in en rijden door totaal niemandsland richting de doorgaande weg. Als je ons had verteld dat we op de maan rondreden, hadden we het ook geloofd. Eenmaal op de meer gangbare route steken we door naar Thurso, maar nu over een andere weg dan de vorige keer. Het is een wonder dat hier nog mensen wonen, al zijn het er maar een handjevol. Het heeft nog het meeste weg van een steppe met hier en daar een klein windmolenparkje en vooral een constante, nietsontziende wind.

Begin van het oude clangebied van Clan Mackay

In Thurso halen we bij de Tesco aldaar onze lunch. De supermarkten zijn, zelf hier hoog boven in niets, groot en elke dag open, maar dat geeft ons de gelegenheid tot een nodige plaspauze. Het grote voordeel van de supermarkten hier. Vanaf Thurso rijden we nog een klein stukje bekend terrein, maar zo hoog in de Highlands zijn nou eenmaal niet zo heel veel wegen. Vanaf Golval zakken we weer af naar het zuiden, over smalle weggetjes met om de zoveel meter passeerplekken. Niet al te snel rijden en vooral veel aan de kant voor het, toch opvallend vele, tegenverkeer. Hier en daar biedt de weg mooie uitzichten maar niets blijft echt hangen.

Dit verandert als we bij Kinbrace een B-weg in slaan richting het noordoosten, welke nog iets smaller is dan de vorige. Al snel hebben we zo’n mooi uitzicht over een loch met bergen erachter, dan we de auto parkeren en langs de kant van de weg lunchen. De mensen moeten hier vroeger echt gedacht hebben dat er geen verdere wereld was dan dit, het is bergen en water zo ver het oog reikt.

Doorgereden stoppen we aan deze weg vaker dan we tot nu toe gedaan hebben. Bijna rond elke bocht is er wel weer een loch of een keten met bergen waar we gewoon even van moeten genieten, en niet te vergeten, een foto van moeten maken. We draaien een scherpe bocht door om op de volgende B-weg te komen en rijden zo ongeveer op de oever van Loch Naver. Middenin niemandsland hebben we de mooiste uitzichten op dit meer, met de bergen erachter en de schitterendste vergezichten. Dan zou je 8.50 per persoon betalen om vanaf een ruïne Loch Ness te bekijken, terwijl dit hier gewoon ligt, voor iedereen te bezoeken en stiekem tien keer mooier dan Loch Ness.

We ronden het loch en net voorbij Altnaharra vinden we een tweede plek om de rest van de lunch te verorberen. Het is nog wel een stukje naar Lairg en beiden zijn we echt heel moe. Ewout doet even een hazenslaapje terwijl ik geniet van de rust en stilte. Het ene na het andere mooie uitzicht volgt, maar net na Lairg verlies ook ik het van de moeheid. Ewout rijdt rustig verder en pas bij het uitzicht over Dornoch Firth schiet ik weer wakker doordat hij de auto aan de kant zet om foto’s te maken.

Verder terug naar het zuiden afzakkend besluiten we rond Beauly op zoek te gaan naar een plek om te eten. We passeren eerst Dingwall, maar dat ziet er allemaal dicht en ongezellig uit. Beauly blijkt niet veel beter dus blijven we doorrijden. In het ergste geval zit er in het dorp van het hotel nog een restaurant waar we zouden kunnen eten. Het valt onderweg tegen, dus dat is inderdaad waar we uitkomen. Het is dan ook wel zondag, en zelfs bij dit restaurant blijkt het druk te zijn. We kunnen er eten, als we voor half acht weer weg zij voor de volgende gasten.

Het is druk maar gezellig en het eten bevalt goed. We staan inderdaad om half acht weer buiten en besluiten bij ons hotel nog maar een drankje te doen en het verslag te schrijven. Aangekomen blijkt er een privé bijeenkomst te zijn en weten we even niet wat we moeten doen. Om nou om half acht al naar onze kamer te gaan zien we allebei niet echt zitten. Dan maar even verderop kijken of het tentje naast ons open is. Ook dat blijkt gesloten en dus lopen we maar weer terug naar het restaurant.

Helaas kunnen we daar niet nog iets drinken, maar in het naastgelegen café wel. Met de gezelligheid van een gemiddelde slager zitten we daar ook niet echt op ons gemak. Ze blijken ook nog eens om half negen te sluiten dus met de ziel onder de arm lopen we weer terug naar het hotel. We hebben ons er bij neergelegd dat het toch een saaie avond op de kamer wordt. Als we de trap op lopen blijkt de bijeenkomst voorbij en kunnen we toch in de bar nog wat drinken. Inmiddels gaat het richting bedtijd en maken we ons op voor waarschijnlijk een slechte nacht slapen. Gelukkig hebben we leuke dingen voor de boeg, morgen rijden we door naar het volgende hotel op Skye.

Even duimen dat het weer morgen meevalt, de voorspellingen waren nog niet erg best. Vorige keer op Skye hadden we ook niet al te best weer, en dat hield ons tegen een aantal dingen te doen die we dit keer wel hopen te doen. Maar morgen is morgen pas, en als jullie voor ons duimen komt het vast goed. Voor nu welterusten en tot morgen!

Gun-a-màireach!