Alhoewel het een andere B&B is, hebben we wel weer heerlijk ontbijt in de serre. Uiteraard weer te veel maar dat verwachten we inmiddels. Zelfs nog even met de kleinzoon van Walter en Christine meegekeken naar de film Planes, heerlijk ontspannen op de vroege ochtend. Vlak voordat we weg wilden gaan werden we nog gevraag of we wellicht hun National Trust kaart mee wilden nemen. Mochten we inderdaad naar St. Michael’s Mount gaan is dat wel handig, want dan kunnen we gratis naar binnen.

Gezien we gisteren The Lizard al hebben gezien, hebben we deze ochtend de ‘grote’ weg genomen tot aan hetzelfde punt. De planning van vandaag was: St. Michael’s Mount, de Merry Maidens, Land’s End, de scenic route van St. Just naar St. Ives en alles wat we verder tegen zouden komen.

De wegen waren vrij rustig en zodoende waren we al snel bij St. Michael’s Mount, ondanks een kleine detour via Porthleven. Helaas was het vloed, dus lopen naar het kasteel is geen optie en daarbij werkte het weer vanochtend ook niet echt mee, waarmee min of meer voor ons werd besloten om het bezoek aan St. Michael’s Mount voor onbepaalde tijd uit te stellen. Uiteraard werden er nog wel de nodige foto’s van afstand gemaakt, waarna we richting de koffie van de Sainsbury’s togen.

Met de nodige cafeïne in het lichaam vervolgden we onze weg naar de Merry Maidens. Dit uiteraard via de nodige omwegen langs schattige plaatsjes zoals Mousehole en prachtige baaien zoals Lamorna Cove. Deze kwamen we min of meer tegen omdat de reis-“gids” zeer specifiek was in waar de Merry Maidens stonden. In dit plaatsje bleken ze dus niet te staan, maar zo kwamen we wel bij een mooie baai uit.

Na ons teruggeworsteld te hebben over het smalle paadje gingen we verder op zoek, en vonden uiteindelijk de Merry Maidens ook, weliswaar voorbij het volgende plaatsje, maar dat mocht de pret niet drukken. Met dank aan een Belgische medemens de auto kundig geparkeerd en vervolgens de steencirkel bekeken. Niet zo imposant als Stonehenge, maar wel interessant om te zien en doorheen te kunnen lopen.

De volgende stop was Land’s End. We waren al gewaarschuwd voor het toeristische karakter van deze plek, maar het viel ons nog mee. Het is wel een heel contrast met het andere uiteinde, John o’ Groats. Daar was (bijna) niemand te vinden, was het mistig en grauw en was de belangrijkste attractie een oerlelijk gebouw. Hier is het stervensdruk, schijnt de zon volop (sinds het moment van parkeren) en zijn er verschillende attracties om het publiek te vermaken.

We genoten in ieder geval wel van het prachtige uitzicht, zelfs de Isles of Scilly waren te zien, wat volgens het lokale weerbericht betekent dat het gaat regenen. Als lunch moest er uiteraard een Cornish Pasty geprobeerd worden, hij smaakte erg goed maar ging met moeite naar binnen, met dank aan het overdadige ontbijt van deze morgen. Met het posten van een paar kaarten voor het thuisfront kon het bezoek aan Land’s End worden afgesloten.

Volgens internet moest de B3306 van St. Just naar St. Ives een prachtige weg zijn om te rijden, dus dat moesten we maar eens uitproberen. De route leid langs allerlei mooie uitzichten, Tors, en verlaten gebouwen uit het mijnwerkersverleden van de streek. Ook zou volgens de reisgids de oude steenformatie Mên-an-Tol aan deze weg moeten liggen, maar helaas konden we deze niet vinden. Later onderzoek toont dat de formatie een paar honderd meter van de weg ligt. Hier slaat de reisgids dus wederom de plank mis.

Na de zeer mooie route naar St. Ives besloten we vanaf daar zoveel mogelijk binnendoor weer terug te gaan. Onderweg kwamen we nog de Dark Prince of Penzance tegen, een gehandicapte man die zijn rolstoel versierd had met allerlei duistere elementen zoals schedels, en die zich geen moer aantrok van het verkeer en gewoon ging waar hij moest gaan.

Bij de Royal Naval Air Squadron besloten we om nog even bij Church Cove te gaan kijken, omdat we toch nog tijd over hadden. Church Cove en het naastgelegen Poldhu Cove zijn wederom twee mooie maar goed verborgen baaien, waar we nog even van het zonnetje konden genieten. Toen deze achter de rotsen was verdwenen werd het tijd om wat te eten op de zoeken. Dit werd gevonden bij de Halzephron Inn, waar we nog volop in de zon konden zitten.

We hebben heerlijk genoten van ons eten, de zonsondergang en het kletsen met andere mensen.Toen ook hier de zon achter de rotsen was verdwenen namen we afscheid van de andere gasten en gingen we terug naar de B&B. Hier werden we door Christine en Walter met thee ontvangen en hebben we nog uitgebreid gekletst over van alles en nog wat.

Inmiddels is het tijd geworden om het bed weer op te zoeken, morgen wacht immers een lange route en een bezoek aan Tintagel Castle. Dat betekent weer op tijd eruit, maar gelukkig mogen we pas na zessen bij de volgende B&B aankomen, dus we kunnen wat uitlopen.

Cheers!