Vanmorgen rustig opgestaan en de serre van Pat en Allen ingesloft. Van het gastenboek hadden we al begrepen dat het ontbijt een fikse berg zou worden, en dat werd het inderdaad. Meer dan vol konden we de reis aan, na wat handige tips van onze gastheer en –dame.

De reis zou ons vandaag naar Salisbury en omgeving brengen. Vanaf New Milton zitten we aan de rand van het New Forest National park en het is een leuke uitdaging om daar doorheen te rijden. Het vee mag hier vrij rondlopen, en dat betekent ook over de doorgaande weg. Koeien, Schotse Hooglanders maar vooral veel paarden struinen rustig rond en je moet af en toe goed opletten dat ze niet ineens de weg over willen steken. Gelukkig kwamen we heelhuids de andere kant van het bos uit.

Helaas konden we vanaf daar maar even genieten van de ‘open road’, vlak na Salisbury, op weg naar Stonehenge, stond er een langzaamrijdende file, en daar hebben we in gestaan totaan de laatste rotonde voor de attractie. En nu denken jullie vast hetzelfde als wij, er stond vast file voor Stonehenge. Mis, zodra we de rotonde naar de parkeerplaats over waren, was er geen drukte meer. Bij de attractie zelf was het wel erg druk: het was even wachten in de rij, al was de rij voor ‘members’ (wat wij dankzij de Overseas Visitor Pass van de English Heritage zijn) gelukkig een heel stuk korter dan de andere. Gezien Stonehenge sinds kort een nieuw bezoekerscentrum en entree heeft, konden wij kiezen tussen lopen naar de steencirkel of even wachten voor de shuttle. Wij konden de stenen in de verte niet zien, ofwel we nemen de shuttle. Het bleek zelfs met de shuttle een minuut of acht, er is blijkbaar goed geluisterd naar de kritiek om het bezoekerscentrum een stuk te verplaatsen. Eenmaal bij de steencirkel viel de drukte mee, en hebben we er rustig omheen kunnen lopen.

Terug bij de auto besloten we Old Sarum te gaan bekijken, en daarna pas naar New Sarum (Salisbury) te gaan. Een stukje over binnendoorweggetjes en sneller dan gedacht stonden we op de parkeerplaats van Old Sarum. Deze voormalige vesting was de eerste versie van Salisbury. Boven op de heuvel, uitkijkend over de valleien was ooit een dorp, compleet met kasteel en kathedraal. Tot men bedacht dat water in de buurt toch ook wel handig was en de hele vesting zich verplaatste naar wat nu Salisbury is. Er is nog maar weinig over van de ruïnes, maar het is mooi om te zien hoe strategisch de plek is, en hoe ingenieus alles in elkaar zat. Daarbij levert het schitterende vergezichten op over de valleien en de stad Salisbury, met als glimmend middelpunt de ‘nieuwe’ kathedraal.

Voordat we de nieuwe versie van Sarum gingen bekijken hebben we nog één korte stop gemaakt. De kassamedewerker van Old Sarum wees ons er op dat we echt ook nog even moesten gaan kijken bij Woodhenge, de voorloper van Stonehenge en vlak om de hoek. Tips van locals slaan we zelden af en we togen praktisch terug naar Stonehenge. Op de locatie van Woodhenge is niet veel meer te zien, en zeker geen toeristen. Toch is het geinig om de voorloper van het grote en bekende Stonehenge te zien, en als we de informatieborden mogen geloven, heeft het er heel mooi uitgezien.

Nu toch echt naar Salisbury. Uiteraard niet via dezelfde route, maar heerlijk over kleine stille wegen, amper tegenliggers en de meest bijzondere plaatsjes. Op aanraden van Allen zijn we niet met de auto de stad in gegaan, waar naar het schijnt de parkeertarieven vergelijkbaar zijn met Amsterdam. We hebben de auto aan de rand van de stad op de Park and Ride neergezet en voor een schamele £3.50 werden we door de lokale bus midden in het centrum afgezet.

Nadat we de innerlijke mens ook weer verzorgd hadden, zijn we rustig doorgewandeld naar de kathedraal. De kathedraaltoren is vanaf elke toegangsweg naar de stad prominent te zien en als je er voor staat is pas duidelijk hoe indrukwekkend de hele kathedraal is. We zijn er voor een groot gedeelte omheen gelopen en uiteraard zijn er de nodige foto’s van gemaakt. De kathedraal zelf is erg mooi, maar de rest van de stad kon ons niet erg bekoren. We besloten de heftige regenbui voor te blijven en we togen terug naar de auto.

Ewout bepaalde een route van binnendoorweggetjes en via de meest bizarre plaatsjes keerden we terug naar de kust. Op deze manier hebben we van alles wat gezien, heuvels, bossen en strand. Alhoewel, strand is een wat groot woord voor waar we de auto uitgingen om over de zee uit te kijken. Kleine kiezeltjes gemengd met grote stukken steen vormen de kust bij Keyhaven. We hadden wel een mooi uitzicht op de Isle of Wight en The Needles en in de betrekkelijke rust waaiden we even heerlijk uit en werd weer wat eetlust opgewekt.

Voordat we bij het ‘strand’ aankwamen hadden we in Keyhaven al een pub gespot waar we weer heerlijk hebben gegeten. Blijkbaar beginnen we te wennen aan de Engelse porties want we zijn eindelijk een keer toegekomen aan een dessert. We hebben het weliswaar gedeeld omdat we het echt niet in ons eentje hadden opgekregen, maar dat doet niets af aan de overwinning. Na de heerlijke maaltijden en het leedvermaak over het Duitse gezin naast ons, zijn we verder via de kust gereden. Nog heel even gestopt bij Barton-on-Sea om de mooie zonsondergang en de afbrokkelende kust te bekijken en vanaf daar terug naar de B&B.

Zometeen lekker slapen en morgen gaan we een deel van de Jurassic Coast bekijken, maar voor nu eerst welterusten.

Cheers!