Vandaag was weer een reisdag. Bij het opstaan werd duidelijk dat nu het merendeel van de familie geveld was door de darm-/maagproblemen. Degenen die gisteren ziek waren, hadden er bij het ontbijt geen last meer van dus dat schept hoop voor de zieken. Bij het ontbijt werd duidelijk hoe de stand van zaken was. De mensen die gisteren ziek waren aten niet veel om weer rustig op te bouwen, de zieken aten zeer weinig vanwege de problemen. Een voordeel, het was een snel ontbijt. Na het ontbijt koffers halen en de bus in. De totale rit zou ons vandaag naar Graaff Reinet brengen. Toch al gauw zo’n 400 kilometer. Gelukkig niet in een keer maar met wat stops. De route die we volgen is eentonig rechtdoor met hier en daar wat flauwe bochten. Het had een gemiddelde highway in Amerika kunnen zijn. Ook het landschap was wat eentonig, maar dat is enigszins te verwachten in deze omgeving.

Onze eerste stop voor een bak koffie vond plaats in Willowmore. Een wat doods aandoend stadje, maar dat kan ook aan de dag gelegen hebben. Het is immers zondag en het lijkt er op dat hier dan toch ook een hoop dicht is. Sophie’s Choice was wel open en daar werd een lekkere kop koffie genuttigd. Hier was ook van alles en nog wat te koop, en dan vooral nutteloze dingen.

De temperatuur was inmiddels ook aardig opgelopen, logischerwijs waren vooral de zieken blij om weer in de koele bus te stappen. Ongeveer bij Willowmore ligt ook de overgang van de Kleine Karoo en de Grote Karoo. Het is geen harde scheidslijn maar langzaam zie je de vegetatie wel veranderen. Meer vetplanten, cactussen en aloës. Langzaamaan zijn er ook meer bergkammen te zien, hier en daar zelfs een gazelle en baviaan. Gezien alle patiënten in de bus heeft het merendeel de rit naar Graaff Reinet niet eens meegemaakt, slapen werd verkozen boven het uitzicht. Voor de een waren we er vrij snel, voor de ander was het wellicht een lange en saaie zit.

Eenmaal in Graaff Reinet werd er geluncht bij de Karoo Guesthouse. Van te voren was er gebeld over de zieken, zodat het geen al te zware lunch zou zijn. Toevalligerwijs was dit niet het guesthouse waar we zouden slapen, maar voor degenen die er van konden genieten was het een heerlijke lunch. Even weg uit de warmte was ook geen overbodige luxe, uit de bus stappen en naar de voordeur lopen is al best warm met 40 graden.

Na de lunch volgde een zeer korte rit naar het Andries Stockström Guesthouse, wel de plek waar we gaan slapen. Na een korte incheck hadden we wat uren vrij, er zou een late tour door het Camdeboo National Park gemaakt worden. Even tijd om bij te komen en wat te relaxen alvorens we weer op pad gingen.

Drankjes en glazen werden ingepakt en compleet met gids Gordon gingen wij op weg. Even buiten het dorp mochten wij een klein wonder aanschouwen, het stuwmeer is sinds 22 jaar weer vol. Een prachtig mooie en grote waterspiegel, wat je niet echt verwacht in semi-woestijn. Gids Nikki vond het ‘amazing’ om het meer zo te zien. Met een mengeling van Afrikaans en Engels werden wat weetjes verteld over Graaff Reinet, het National Park en de omgeving. Onder meer over de Sneeuwberge, waar niet alleen ’s winters sneeuw valt, maar ook een wit bloempje groeit wat in de herfst zorgt voor witte toppen. Weer eens wat anders dan alleen de saaie sneeuw in de Alpen.

Eenmaal door de gate werden we vrij snel getrakteerd op een groepje springbokken. Dankzij hun paniekerige gehup, werd de uitleg van de benaming mooi kracht bijgezet. Iets verder doorgelopen werd een blou-apie, een soort baviaan, gespot. Eenmaal gestopt zagen we er twee, plus een kleintje. Ook al zijn het vreselijk brutale, en soms zelfs gevaarlijke beesten, zo vanuit de bus waren ze best schattig. Nog geen honderd meter verder werd een hele mooie uil gespot. Na twee keer opstijgen en landen bleef hij zitten en hadden we allemaal de gelegenheid tot bekijken en foto’s maken. De bedoeling was om helemaal naar de top te rijden, maar onderweg goed de ogen open te houden. Het park heeft vele soorten dieren, die vooral rond zonsondergang water gaan drinken en tevoorschijn komen. Het goed speuren werd beloond, op een korte afstand werd een mooi exemplaar van de kudu gezien. Best een behoorlijk mooi beest.

Even verderop werd gestopt voor een eerste drankje, alvorens we naar het uitkijkpunt reden. Vanaf hier zie je pas hoe uitgestrekt het gebied is, en kun je de totale oppervlakte van Graaff Reinet zien. Best bijzonder, een heel dorp in een oogopslag. Nog een klein stukje verder met de bus werd weer gestopt. Een kleine wandeling naar boven gaf ons zicht op de Valley of Desolation. Een diepe kloof met zeer mooie rotsformaties, ontstaan 100 miljoen jaar geleden door het smelten van de gletsjers. Een tweede drankje ging er goed in en het uitzicht is enorm en weids. Een mens zou er uren naar kunnen kijken. Achteraf bleek het de bedoeling om boven te blijven en de zonsondergang te aanschouwen. Dit was niet bij iedereen goed aangekomen, maar het zullen vast mooie foto’s zijn geworden. Boven op de berg met wind was het inmiddels fris geworden, en ook de moeheid had aardig ingeslagen. Terug naar beneden werd er weer naar buiten getuurd, maar de laatste verassing was bijna een deuk in de motorkap. Een mannelijke kudu sprong vlak voor ons de weg over, en even rondkijkend spotten we er nog drie. Maar gealarmeerd kwamen ze niet meer in de buurt.

Terug bij het guesthouse transformeerde gids Gordon met een schort tot chef Gordon, alleen wel met blote benen. Er was een kleine avondmaaltijd samen gesteld om vooral de van streek geraakte magen tot rust te laten komen. Een wortelsoep met gember en casserole van kip met kruiden. Speciale kleine porties en goed vezelig bruin brood. Gordon is duidelijk een multitalent, als gids was hij goed maar als chef zeer goed. Beide gerechten waren zo lekker dat ik het recept wel wil.

Nu rest ons alleen nog goed slapen en duimen dat de buikproblemen morgen over zijn. We mogen uitslapen, om negen uur vertrekken we voor een ochtendtour. Immers, morgen oudjaarsdag en volgens Gordon gaan we heel wat meemaken qua eten. Duimen dus dat we morgen weer normaal kunnen eten. Een gelukkig oud en nieuw en tot môre!