Vandaag was een erg vroege dag. Kwart over zeven ontbijten en kwart over acht weg. We konden kiezen uit warm en koud ontbijt, beiden zagen er goed uit, al werden de scone en muffin vooral meegenomen voor later.
Op de parkeerplaats stond een verrassing. Vandaag niet met ‘onze’ bus en chauffeur Lourence, maar met een duo gidsen en bijbehorende bus. Roeland en Joost, beiden Belg van paspoort (als je denkt dat je alles gehad hebt in Zuid-Afrika, krijg je Belgische gidsen), zouden ons vandaag onder de hoede nemen. De toon was snel gezet door alle vrolijke grapjes van Roeland. Het was gelukkig weer een bus met airco, wat best nodig is in deze hitte. Onze eerste stop was een hotel verder om twee Duitse dames op te halen. Deze zouden vandaag met ons meereizen, al deed Roeland de meeste uitleg in het Nederlands.
Na het ophalen van onze gasten werden we naar de Kango Grotte gereden. Dit zijn grote bovengrondse grotten die warm genoemd worden. Het is een constante twintig graden, wat met de buitentemperatuur eigenlijk best koel is. Het zijn grotten die lang geleden gebruikt zijn door de inheemse bosjesmannen. De tour die wij volgden ging langs zes kamers, al gebruikten de bosjesmannen alleen de eerste kamer. Blijkbaar was dit volk er bang voor dat ze luipaarden tegenkwamen, en voor eventuele geesten van voorouders. De ingang van de grotten bevatte zelfs ook nog rotstekeningen. Roeland liet ons iets eerder in de grot dan de rest van de groep, waardoor hij ons stiekem de tekening liet zien. Normaal wordt het niet getoond omdat mensen blijkbaar de onbedwingbare neiging hebben om er aan te zitten. Overigens ook met de rotsformaties, want we werden uitdrukkelijk verboden om aan de stenen te zitten. Uiteraard is het voor veel mensen nog steeds een moeilijk verbod, maar dat zal nooit meer overgaan ben ik bang. De rotsformaties en tekeningen zijn zo teer dat het vergaat als er mensen aan gaan zitten. Nu de groep bij elkaar was gingen wij op naar de eerste kamer. Al met weinig licht is deze immense kamer zeer indrukwekkend. De standaard uitleg over stalagmieten en stalactieten volgde, voor ons oud nieuws. Vervolgens ging de gids al het licht uitdoen om ons de indruk te geven hoe het in het begin in de grotten was. Het was eigenlijk te kort om er echt een gevoel bij te krijgen. De gids ging verder over de geweldige akoestiek en vroeg iemand het geluid te testen. Een man, toevallig een Nederlander, zette een lage bariton in en het kippenvel stond hoog op mijn armen. Dit was een zeer duidelijke test van de akoestiek, wat een vreselijk mooi geluid! De tweede kamer was ook nog zeer indrukwekkend, daarna werd het wat minder. Gezien er geen uitgang is, is er ook geen doorstroom van frisse lucht. Bij de laatste kamer werd duidelijk dat dit inderdaad warme grotten waren. De luchtvochtigheid was behoorlijk en inmiddels hadden we het behoorlijk warm. De grotten waren wel zeer indrukwekkend, en volgens mij hebben we er ook zeer mooie foto’s van gemaakt.
Nadat iedereen weer in de bus verzameld was gingen we op naar de Swartbergpas. Niet voor iedereen geschikt, gezien het een onverharde weg betaamd. De pas, die met de hand door gevangenen is gebouwd, heeft kleine muurtjes langs de kliffen, maar dat is het ook wel. De uitzichten waren spectaculair, de rotsen en formaties zeer indrukwekkend. Roeland reed niet erg voorzichtig, en op de veredelde karrensporen is het aardig hobbelen. Eigenlijk kunnen we inmiddels wel nieuwe knieën gebruiken, door al het stoten en botsen. De pas is ongeveer 24 kilometer lang, maar we hebben er aardig lang over gedaan. Op veel plaatsen werd even gestopt om een uitzicht, fossiel of plant te laten zien. Voor kenners, de Stelviopas is er niets bij, dit is boeiender om te rijden en gegarandeerd zijn de uitzichten mooier. Elke bocht bracht weer een nieuwe formatie, kloof of uitzicht.
Eenmaal van de pas af ging de weg naar Prince Albert. Een klein dorpje waar niet veel te beleven viel, maar wel onze lunch op ons wachtte. Bij de Prince Albert Country Store was een lieftallig echtpaar wat ons een lichte maaltijd serveerde. Bijna Hollandse kaas met Kuduworst, salade en bruin brood. Bijna een oer-Hollandse maaltijd, maar niet minder smakelijk. Het was een gezellig winkeltje waar zelfs het meubilair waar we op zaten te koop was.
Weer buiten wist Roeland ons te vertellen dat het kwik inmiddels gestegen was naar 41,5 °C in de schaduw. Nu wordt duidelijk waarom wij zo blij zijn met airco in de bus. Door deze temperaturen werden we door het dorpje gereden in plaats van gelopen, een beslissing waar iedereen het wel mee eens was. Niet dat het dorpje erg boeiend was, maar we kunnen het afstrepen op de lijst. Wat nu nog restte was een rit van drie kwartier naar de Meiringspoort. Hier bevind zich een waterval van 60 meter hoog. De rit er naar toe was ook al zeer de moeite waard. Hier en daar nog wat weetjes van de gids over omgeving, dorpjes en soortgelijke.
Bij de waterval was het best druk, de Zuid-Afrikaners komen hier graag om te hangen en te zwemmen. Voor we bij de waterval waren moest er eerst een trap worden beklommen. Al zou ik het niet als trap omschrijven, gezien het veelal uitstekende stukken rots waren. Kinderen op blote voeten stoven ons voorbij, maar die zijn ook meer gewend aan de trappen en de hitte. Eindelijk aangekomen was het een geweldig gezicht, niet eens zozeer de waterval, als wel de mensen die van de rotsen in het water springen. Wij besloten om even te gaan pootje baden, wat na de warmte een verademing was in het koele water. Tristen liep wat rond en een onbewaakt ogenblik zorgde er voor dat hij uitgleed. Nu toch al nat, dan ook maar even zwemmen. Tirsa besloot het voorbeeld te volgen en dook er achter aan. Tsja, je hebt gekken…
Nu toch wel moe van alle indrukken weer terug naar de lodge. Inmiddels hebben een paar leden van de groep wat buikklachten, die bij aankomst dan ook gelijk in hun bed verdwenen. We waren zelfs niet compleet voor het diner, maar we hopen vooral dat iedereen snel weer beter is.
Nu rest ons de koffers weer in te pakken want morgenochtend om half negen vertrekken we naar Graaff Reinet. Hopelijk weer een mooie route, maar eerst maar slapen. Tot môre!
Geef een antwoord